Egbert loopt naar Rome, met nog steeds een keelontsteking, dag 97! (Nog maar 3!!!)

Oude nonnen, het zijn geen ouwehoeren. De dames waar ik afgelopen nacht sliep leven vooral in stilte. Ze hebben het verdiend, want ze zijn op leeftijd en hebben heel hun leven hard gewerkt. Als er dan wel even gesproken moet worden, gaat het soms mis. Zo ook vanmorgen. Ik was extra vroeg opgestaan om de hitte voor te blijven. De superiore (hoofdnon) was al wakker en vroeg wanneer ik wilde vertrekken. Ik zei haar : na het ontbijt. Ontbijt is ‘collazione’ in het Italiaans. Ze bekeek me met een combinatie van verbijstering en respect. Kort daarna werd ik uitgenodigd om in haar auto plaats te nemen, net als de andere nonnen. Ik begreep er niets van, maar aanvaardde mijn lot. We reden naar Ronciglione, waar een klooster is met nonnen die alleen geluid maken tijdens een mis en niet tevoorschijn komen. Daar gingen we een mis bij wonen. Terwijl ik met mijn tijdelijke spraakgebrek ‘collazione’ zei, verstond de non Ronciglione. Na de mis aldaar, gingen we eerst terug naar Oasi di Pace om uitgebreid te ontbijten. Het was 9 uur toen ik vertrok. En het was heet, de hele dag rond de 40 graden. De pijn in mijn keel wordt steeds minder, maar de zwelling niet. Ik besloot daarom in Monterosi, rond een uur of 12, bij een dokter langs te gaan. Die gaf me nieuwe antibiotica en keelspray. Ik hoop dat dit helpt, want ik wil zo graag gezond de rest van mijn reis afmaken. Na het bezoek geluncht, daarna verder. Na Monterosi had ik de keuze: verder lopen langs de (drukke) autoweg of via een mooi paadje twee kilometer meer lopen. Ik koos voor het laatste. Omdat er aan die weg gewerkt werd, moest ik om. ‘Ongeveer 3 kilometer’ zei de verantwoordelijke ter plekke. Het bleken er achteraf 15 meer te zijn. Toen ik aan het einde van de middag de toren van Campagnano zag, vreesde ik een luchtspiegeling: het bleef maar duren voor ik er was. De balans: ondanks keel toch 40 kilometer gelopen in moeilijke omstandigheden, 8 liter water drinken kan, als er iets tegenover staat. Ik ben dichter bij Rome dan ik zelf dacht. En alle ongemakken zijn tijdelijk! PS: als ik af en toe een stukje van mezelf teruglees, ontdek ik veel spel- en formuleringsfouten. Ik typ deze stukjes vaak snel, omdat ik maar even een wifiverbinding heb. Hopelijk wordt het me vergeven. In het uiteindelijke boek zal geen fout komen te staan.